Voor het bakken van een vlaai is niet heel bijzonder keukengerei nodig.
De meeste attributen zult u al standaard in de keuken hebben.
Nieuw bakgerei nodig?
Kijk eens in de Vlaairecepten.nl shop!
Voor het bakken van vlaai is een ronde bakvorm nodig, met een doorsnee van 28 tot 32 cm.
Vlaaivormen worden ook wel vlaaiplaten genoemd.
Er zijn vlaaivormen met vaste of met uitneembare bodem. Met een losse bodem is de vlaai er na het bakken makkelijker uit te halen.
Voor normale vlaai wordt een vorm met een opstaande rand van 2 tot 2,5 cm gebruikt, speciale vormen voor rijstevlaai hebben een rand van 3 cm.
Een vlaaivorm van staal geleidt de warmte het best en zorgt ervoor dat de vlaai gelijkmatig gaar en krokant wordt.
Eventueel kunt u kleinere vormpjes gebruiken. Dat is vooral leuk wanneer u vlaai bakt met kinderen.
En het is handig om een restje deeg op te maken.
Inbakken – Als een nieuwe vlaaivorm (zonder anti-aanbaklaag) niet wordt ingebakken, laat de vlaai na het bakken mogelijk niet goed los.
Was de nieuwe vorm af, droog hem en vet hem dik in met boter of olie.
Zet hem enkele minuten in een oven die op de hoogste stand is voorverwarmd.
Maak de vlaaiplaat schoon met een stuk keukenpapier en laat afkoelen.
Schoonmaken – maak de vlaaiplaat schoon met een stuk (ingevet) keukenpapier.
Was alleen met water als het echt nodig is. Zet de vorm droog weg.
mixer / keukenmachine / kneedmachine |
|
Een keukenmachine met deeghaken |
Bij het kneden van het deeg is een beetje hulp erg prettig. Neem een mixer met deeghaken of gebruik de keukenmachine. Tegewoordig hebben veel mensen een broodbakmachine. Deze is ook te gebruiken voor het maken van vlaaideeg. |
oven |
Vlaai wordt op hoge temperatuur gebakken (220 graden). Iedere oven die deze temperatuur haalt is geschikt. Controleer wel of de aangegeven temperatuur ook echt wordt gehaald met een oventhermometer. Gebruikt u een niet-geventileerde oven, dan moet de oven worden voorverwarmd en wordt de vlaai in het midden van de oven gebakken. Bij een geventileerde (convectie-)oven is voorverwarmen niet nodig en kan de vlaai op elke positie in de oven gebakken worden. |
werkblad |
Werk op een glad en schoon werkblad, dat groot genoeg is om de bodem gemakkelijk te kunnen uitrollen. Het werkblad mag niet te koud zijn, anders wordt het deeg stijf en rijst het minder goed. |
deegrol |
|
Kies bij voorkeur een zware, degelijke deegrol. Daarmee kan het deeg het beste worden uitgerold. Met een brede rol (25 cm) gaat het uitrollen beter dan met een smalle. Tip voor als het deeg plakt aan de deegroller: bestrooi de deegroller met bloem of leg een vel plastic folie tussen het deeg en de deegrol Wie geen deegroller heeft, kan een glazen fles gebruiken, gevuld met water. |
Een deegroller |
hulpmiddel voor het maken van een raster |
Op een echte limburgse vlaai ligt een raster van deeg. Zo’n ruitjesraster maakt u met de hand door reepjes deeg ruitvormig op de vlaai te leggen. Deze reepjes kunt u uitsnijden met een deegradertje. Er zijn echter ook vormen voor deegladdertjes verkrijgbaar, die het u gemakkelijker maken. |
spatel / pannekoekmes |
|
Twee formaten pannekoekmessen |
Pannenkoekmessen zijn handige hulpmiddelen om de vlaai na het bakken uit de vorm te nemen. Door er een spatel of pannekoeksmes onder te schuiven, wordt voorkomen dat de vlaaibodem scheurt of breekt. |
deegrooster |
Direct na het bakken moet een vlaai uit de vorm genomen worden om af te koelen. Tijdens het afkoelen moet de vlaai de warmte goed kwijt kunnen, anders wordt de bodem vochtig en slap. Zet de vlaai daarom op een iets verhoogd (draad)stalen rooster. Heeft u geen speciaal deegrooster, gebruik dan bijvoorbeeld een ovenrooster. |